Jaco (financieel rechercheur)
Bij een verdovende middelenzaak kan soms één cijfer achter de komma voldoende zijn, hier zijn het er minstens drie of vier
Financieel rechercheur Jaco kijkt met zijn 11 jaar bij de Rijksrecherche nergens meer van op. ‘Samen met mijn collega’s lopen wij alle tactische onderzoeken bij als het gaat om financieel rechercheren; dat kan heel bepalend zijn in hoe je het onderzoek inricht en aanpakt. Zo kan bij een verdovende middelenzaak soms één cijfer achter de komma al voldoende zijn, hier zijn het er minstens drie of vier.’
Waarom ben je bij de Rijksrecherche gaan werken?
‘Van origine ben ik tactisch rechercheur. Op enig moment in mijn loopbaan werkte ik bij een HARM-team (Hit & Run Money Laundering) en daar ontstond mijn interesse in financieel rechercheren. Uiteindelijk ben ik de opleiding tot financieel rechercheur gaan doen en heb ik hoofdzakelijk onderzoek gedaan naar handel in verdovende middelen. Dat waren mooie tijden, maar na een aantal jaar wilde ik een nieuwe uitdaging met meer verantwoordelijkheden, die heb ik gevonden bij de Rijksrecherche.’
Wat zijn je verantwoordelijkheden?
‘Enerzijds ben ik een vraagbaak voor collega’s daar waar het gaat om financiële opsporing, anderzijds ben ik verantwoordelijk voor het conservatoir beslag en het ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dat laatste drukt in euro’s uit wat de ambtenaar heeft gekregen in ruil voor bijvoorbeeld het lekken van informatie of het doen of nalaten van een bepaalde handeling. Soms staan hier geldbedragen tegenover, maar dat kan net zo goed gaan om racefietsen, exclusieve diners of het (laten) aanleggen van een tuin. Tot slot ga ik regelmatig mee met doorzoekingen om financiële bronnen, zoals een kast vol administratie, in beslag te nemen.’
Dat klinkt als een afwisselende baan?
‘Ja en nee. Je gaat mee met doorzoekingen en hebt veel verantwoordelijkheden, niet alleen binnen de onderzoeken maar ook daarbuiten. Dat maakt het werk heel interessant. Zo hebben we regelmatig contact met andere diensten en samenwerkingspartners zoals banken. Af en toe geven we ook lezingen op hogescholen. Tegelijkertijd vraagt een delict als ambtelijke omkoping of lekken om een lange financiële adem. Omkoping is een lastig te bewijzen delict dus je moet vasthoudend zijn en niet schrikken van grote hoeveelheden cijfers. Gelukkig past mij dat goed.’